“Efficiëntie blijft vaak het dominante verhaal rondom technologie”
Interview met Ivonne Jansen-Dings over technologie en democratie

11 december 2025
Marike Blanken

Als we het hebben over technologie en democratie, gaat het vaak vooral over de risico’s. Die zorgen zijn legitiem, maar met enkel een focus op de risico’s verliezen we een eveneens belangrijke vraag uit het oog: kunnen technologieën zoals kunstmatige intelligentie de democratie juist versterken? Ivonne Jansen-Dings, strateeg digitale transformatie bij de provincie Zuid-Holland en mede-oprichter van Code for NL, is kritisch maar optimistisch. Ze pleit voor een nieuw narratief rondom technologie waarin publieke waarden centraal staan.

Kan technologie volgens jou een rol spelen in het versterken van de democratie?

“Allereerst is het belangrijk om te benadrukken dat wat een democratie sterk maakt, niet te vangen is in technologie.” Democratie ontstaat volgens Ivonne in buurthuizen, cafés, vakbonden en partijen, op plekken waar mensen elkaar ontmoeten. Technologie moet dat ondersteunen, en niet verdringen. Dat gebeurt nu wel. Neem bijvoorbeeld sociale media. De belofte daarvan was dat sociale media de democratie konden versterken, maar daar is weinig van terechtgekomen. “Social media heeft dialoog, gewoon menselijk contact, tot een soort van verdienmodel gemaakt met daarin hele disruptieve en polariserende mechanismen. Daarmee bereikt social media dus eigenlijk precies het tegenovergestelde van wat je zou willen van een technologie die democratische processen ondersteunt.” 

Om technologie voor de democratie te laten werken, moeten we toewerken naar een bredere transitie, stelt Ivonne. “Technologie wordt nu vanuit een efficiëntiegedachte bekeken, als iets wat processen kan automatiseren en versnellen. Om technologie te kunnen laten werken vóór de democratie, moeten we erkennen dat wij mensen wezenlijk anders zijn dan technologie.” Dit nieuwe narratief is volgens Ivonne veel allesomvattender. “Het vraagt om een herwaardering van wat ons mensen anders maakt dan systemen. Zodat we vervolgens kunnen nadenken over hoe technologie onze menselijke structuren kan ondersteunen. Dit narratief slaat helaas nog niet echt aan.” 

Waarom slaat dit narratief (nog) niet aan?

“Het grootste probleem is het gebrek aan een digitale publieke infrastructuur. Op dit moment behandelen we het digitale domein niet als een domein dat structurele aandacht verdient.” Dat gebrek werkt in alles door. Veel initiatieven die proberen een publieke digitale infrastructuur te bouwen, draaien op losse projectsubsidies. Twee jaar financiering en daarna stopt het.

Ivonne vergelijkt het met hoe we omgaan met het fysieke domein. “Je zegt dan toch ook niet: we hebben twee jaar geld voor deze straat, maar daarna moet je opnieuw subsidie aanvragen. Dat is ondenkbaar.” Het illustreert hoe we op dit moment naar technologie kijken. “Om publieke digitale infrastructuur te ontwikkelen is structurele financiering nodig.” Pas als die basis is gelegd, kan een ander narratief, één waarin technologie de democratie versterkt, echt wortel schieten.

Wat bedoel je precies met het “centraal stellen van publieke waarden”? 

“Wat dit voor mij betekent, is dat je een mechanisme inricht waarbij je het met elkaar hebt over die waarden. Want waarden worden pas praktisch als je het inkleurt met normen. Je moet dus bepalen hoe je een waarde, bijvoorbeeld transparantie, kan omvormen naar een duidelijke richtlijn. En die richtlijnen kunnen van project tot project verschillen, zeker nu er nog heel weinig internationale standaarden zijn.”

Toch bestaan die standaarden wel degelijk, al is het in beperkte mate. Ivonne noemt Standards for Public Code: een leidraad die publieke organisaties helpt bij het ontwikkelen en inzetten van software en beleid. “Deze leidraad is een waardegedreven instrument, die publieke waarden heel praktisch maakt.” 

Wie draagt de verantwoordelijkheid voor het vertalen van publieke waarden?

“Uiteindelijk is het de overheid die de spelregels bepaalt en ervoor zorgt dat deze institutioneel verankerd worden.” Dat betekent volgens Ivonne niet dat je als overheid zelf AI-modellen moet gaan ontwikkelen. Een overheid normeert en bepaalt de spelregels. “Als overheid slacht je ook niet zelf een kip; wat je doet, is dat die kipfilet veilig in de supermarkt ligt. Met AI is het net zo.”

Een goed voorbeeld van waar spelregels institutioneel verankerd zijn, is bij privacy. “Als het gaat om privacy is er een soort legertje van mensen binnen instituties gecreëerd, dat de privacy bewaakt, gesteund door duidelijke wetgeving. Zo’n verankering hebben we ook nodig voor AI.”

Zijn er op dit moment al voorbeelden waarbij technologie wordt ingezet voor democratische processen? 

“Het inzetten van opkomende technologieën in democratische processen is ingewikkeld op dit moment. Dit komt met name doordat je bij kunstmatige intelligentie de uitkomsten gewoon niet kunt voorspellen. Dat black-box karakter maakt het heel ingewikkeld.” Ivonne ziet dat overheden, en vooral gemeenten, nog weinig ervaring en deskundigheid hebben om deze technologie verantwoord toe te passen.

Kijk bijvoorbeeld naar een participatief proces als een burgerbegroting, waarbij inwoners meebeslissen over de besteding van publiek geld. Het lijkt aantrekkelijk om AI te gebruiken om voorstellen te ordenen of te clusteren, maar direct is er de vraag: hoe leg je uit waarom bepaalde ideeën bovenaan eindigen? “Als je geen zicht hebt op welk algoritme daarachter zit, is dat heel lastig.” Zonder transparantie en uitlegbaarheid is het hele proces eigenlijk niet te verantwoorden. 

Toch vindt Ivonne het belangrijk dat er wel wordt geëxperimenteerd. “Maar experimenten moeten parallel lopen met wetenschappelijk onderzoek. En dat gebeurt nu lang niet altijd. Vanwege het black-box karakter is het toetsen van het daadwerkelijke effect van de inzet van technologie misschien wel belangrijker.” Zo kun je zorgvuldig volgen of de kwaliteit van de resultaten verandert en of alle stemmen evenredig worden meegenomen.

Ondanks het gebrek aan een publieke digitale infrastructuur, en het feit dat experimenten in de kinderschoenen staan, is Ivonne wel optimistisch. “We staan er nu heel anders voor dan tien jaar geleden… Ik zie dat het alleen maar beter wordt.”

Dit gesprek vond plaats in het kader van een breder onderzoeksproject van Charge. Dit project brengt in kaart welke kansen opkomende technologieën bieden voor democratische vernieuwing. Lees meer over het project.


Meer

Achtergrondartikel

Tussen gemak en ongemak
25 burgers over hun ervaringen met generatieve AI


Lees het artikel

Project

Toekomst maken Opkomende technologieën en democratische vernieuwing

Lees over het project