Toekomst in uitvoering
Het tweede symposium van Charge

27 mei 2025
De redactie

Op het Volt-ledencongres van 17 mei organiseerde Charge, net als op het voorjaarscongres van 2024, een inhoudelijk symposium. Van defensie tot digitale democratie en burgeronderzoek: het symposium bood een podium voor vergezichten, concrete ideeën en initiatieven rondom Europese integratie en democratische vernieuwing.

Marike Blanken trapte af met een presentatie over het lopende defensieonderzoek van Charge, een samenwerking met internationale denktank Centre for European Policy Studies (CEPS). Het onderzoek richt zich op de vraag hoe Europa kan toewerken naar een meer geïntegreerd defensiebeleid. Want hoewel de urgentie wordt gevoeld en lidstaten steeds meer uitgeven aan defensie, gebeurt dit vooral nog op nationaal niveau. Het ontbreekt aan een gezamenlijke Europese visie, vertelde Marike. Daarbij stelde ze vast dat het in het onlangs gepresenteerde Witboek van de Europese Commissie ontbreekt aan strategie en visie. “Het blijft een verzameling van losse maatregelen, terwijl de geopolitieke uitdagingen vragen om gezamenlijke actie.”

Het publiek stelde vragen over politieke wil, de rol van de defensie-industrie en de invloed van geopolitieke verschuivingen. Hoewel het onderzoek zich richt op de militaire dimensie van defensiesamenwerking, werd het belang van gerelateerde aspecten van het vraagstuk, zoals cyberveiligheid en industrie, onderstreept door de aanwezigen.

Sociale media en democratie

Tijdens de tweede sessie van het symposium ging de wetenschap met de politiek in gesprek. Onder leiding van Charge-directeur Berrie van der Molen gingen Esther Hammelburg, Nanda Piersma, Jeroen de Vos (allen HvA) en Volt-Kamerlid Marieke Koekoek in gesprek over de invloed van grote techbedrijven op de publieke ruimte – en wat die macht betekent voor democratische waarden als transparantie en gelijkheid. 

Terwijl sociale media een steeds belangrijkere arena vormen voor het hedendaagse publieke debat, ligt de macht over die ruimte bij commerciële techbedrijven. Daarmee is de toegang tot en inrichting van deze ruimte niet democratisch en kwetsbaar. Techbedrijven zijn gericht op snelle clicks, niet op constructieve dialoog. Hun algoritmes bevoordelen conflict en polarisatie, terwijl gematigde stemmen naar de achtergrond verdwijnen. 

Het repareren van bestaande platformmodellen is lastig, werd duidelijk. Wie publieke waarden wil verankeren in digitale omgevingen, moet opnieuw ontwerpen. Esther wees op een onderzoek naar het belang van ‘civic social media’: platforms die niet ontworpen zijn voor het individu, maar voor de gemeenschap. Ze noemde het voorbeeld van Pubhubs, een alternatief platform dat in pilotvorm wordt ingezet voor thema’s als mentale gezondheid. Zulke initiatieven tonen potentie, maar grootschalige opschaling zou investeringen en beleidsondersteuning vereisen. Ook Nanda pleitte voor fundamentele verandering. Als je technologie wilt laten bijdragen aan “het goede”, moet je het ook zo ontwerpen. Daarvoor is een herziening van het businessmodel nodig: als gebruikers niet langer betalen met hun data, maar met geld, worden platformen in staat gesteld om publieke waarden centraal te stellen. Jeroen benadrukte daarbij dat het niet alleen gaat om het ontwerpen van nieuwe platformen, maar ook om de reflectie hoe we dit soort platformen gebruiken. Het gesprek over hoe we het beste omgaan met sociale media moet breed worden geopend.

Marieke vertelde over Volts beslissing om X te verlaten. Volgens haar is het platform uitgegroeid tot een propagandamachine, waar normale interactie niet langer mogelijk is. De overstap naar kleinere platforms zoals Bluesky werd ingegeven door principes, maar leverde onverwachte voordelen op. Zo nam het aantal fysieke bedreigingen tegen politici af, vertelde Marieke. Toch blijft het bereik een uitdaging. Hoe bereik je een breed publiek op kleinere platforms? En hoe voorkom je dat alternatieven slechts niche-omgevingen blijven?

Daarmee verschoof de discussie naar de spanning tussen strategie en schaalbaarheid. Nanda sprak over de noodzaak van interoperabiliteit (het vermogen van platforms om met elkaar te communiceren) als voorwaarde voor succesvolle overstappen. Wetgeving kan hier een belangrijke rol in spelen, bijvoorbeeld door standaarden op te leggen of het monopolie van grote techbedrijven te doorbreken. Marieke vond dat Nederland hierin Europees het voortouw zou moeten nemen, bijvoorbeeld via investeringen in publieke alternatieven.

Jeroen plaatste de kanttekening dat niet elke oplossing digitaal hoeft te zijn. Ook het versterken van offline interactie – van buurthuizen tot bibliotheken – zag hij als belangrijk tegenwicht tegen de vluchtigheid en fragmentatie van online communicatie. Jeroen: “Niet iedereen voelt zich thuis in digitale ruimtes, en dat moet serieus genomen worden als we streven naar een inclusieve democratie.” 

Citizen science

De derde en laatste sessie van het symposium werd gepresenteerd door Thijs van Schaik en Tom Kerssemakers, die voor Charge een citizen science-pilot leiden. Met enthousiasme vertelden ze over hun ervaring als burgeronderzoekers. In klein teamverband doen zij onderzoek naar hoe zorgstelsels in Europa van elkaar verschillen. Van wachttijden tot kosten, van toegankelijkheid tot patiënttevredenheid. Europese landen blijken onderverdeeld te kunnen worden in verschillende modellen, zoals national health services of social health insurance, met elk duidelijke voor- en nadelen. Daarnaast kijkt de groep waar lidstaten grensoverstijgend samenwerken én waar nog mogelijkheden voor Europese samenwerking liggen. Er ontstond een levendige discussie met veel vragen uit de zaal, waaruit bleek dat het door de groep uitgevoerde vergelijkend Europees onderzoek als zeer nuttig voor andere afdelingen en initiatieven binnen Volt werd beschouwd.

Met de pilot laat Charge, naast inzicht in de Europese zorgmodellen, ook zien hoe niet-wetenschappers actief kunnen bijdragen aan wetenschap. Charge werkt momenteel aan citizen science-aanbevelingen op basis van deze pilot om te delen binnen en buiten Volt. 

Hoe we onze veiligheid organiseren, hoe we onze digitale ruimte vormgeven en hoe we ons zorgsysteem inrichten: tijdens het Charge-symposium werd op drie fronten gewerkt aan de toekomst van democratie en Europese integratie. De doordachte vergezichten die op het podium werden gedeeld, boden hoop, maar lieten ook zien dat er werk aan de winkel is. Duidelijk werd dat de toekomst vraagt om ontwerpers: mensen die samen durven denken, onderzoeken en bouwen.


Meer

Democratische vernieuwing

Evenement

In gesprek over democratie
Het eerste symposium van Charge

Berrie van der Molen

Lees het artikel

Europese integratie

Project

Van fragmentatie naar integratie

Lees over dit project