
Politiek tussen droom en daad: Europa, nu of nooit!
Charge-lezing door Arend Jan Boekestijn
8 november 2024
De redactie
Op vrijdag 1 november, de dag waarop in 1993 het Verdrag van Maastricht in werking trad, gaf Arend Jan Boekestijn de allereerste Charge-lezing. In een uitverkochte zaal, sprak Arend Jan over de toekomst van Europa en de rol van de Europese Unie. Met deze, vanaf nu jaarlijks terugkerende lezing, geeft Charge ruimte voor verbinding tussen maatschappij, wetenschap en politiek. Lees verder of kijk het evenement onderaan deze pagina terug.
In zijn lezing ‘Politiek tussen droom en daad: Europa, nu of nooit!’ nam Arend Jan de zaal mee in de vraag of een federaal Europa beter in staat zou zijn om de problemen van deze tijd te lijf te gaan. Federalisme is een model waarin de soevereiniteit wordt gedeeld tussen het federale centrum en de deelstaten. Wanneer eurosceptici praten over federalisme, dan hebben ze het over de verstikkende centralisatie van macht in Brussel. Dat is een misvatting, beargumenteert Arend Jan. Federalisme biedt juist ruimte voor sterke deelstaten en een zwak federaal centrum. Dit is de kern van het federalisme: het berust op de solidariteit van het centrum en op de autonomie van deelstaten. Het maakt het mogelijk politieke actoren met verschillende belangen samen te brengen en daarmee machtsmisbruik en oorlog te voorkomen. Bovendien kan een federaal Europa met één mond spreken, wat meer slagkracht biedt.
Hoewel het federale model Europa dus veel op kan leveren, brengt het ook uitdagingen en risico’s met zich mee. Zo mist in de context van Europa een gedeelde identiteit. Tegelijkertijd wijst de geschiedenis uit dat een federaal model ook ruimte kan bieden voor verschillende identiteiten en talen. Daarbij is de verzorgingsstaat lastig te verenigen met de solidariteit die nodig is voor een federatie en bestaat er op dit moment geen politieke meerderheid voor dit model. Mocht een federatie er dan toch komen, dan is het waarschijnlijk dat populisten dat federaal centrum snel als zondebok zullen aanwijzen voor (nationale) problemen, betoogt Arend Jan.
Meer slagkracht is nodig
Hoever is Europa dan gekomen zonder het federale model? Op het gebied van economie blijft de Europese Unie achter. Big tech concentreert zich in de Verenigde Staten, omdat de Europese gemeenschappelijke markt in werkelijkheid behoorlijk gefragmentariseerd is. Daarnaast is de Europese markt onaantrekkelijk omdat er voor start-ups veel minder durfkapitaal beschikbaar is dan in de Verenigde Staten. Bovendien de-industrialiseert Europa en heeft het te kampen met torenhoge energieprijzen. Een federatie, zo stelt Arend Jan, zou hier een oplossing bieden.
Ook op het gebied van veiligheid heeft de Europese Unie in de wereld weinig te melden. Terwijl de Chinese, Russische en Amerikaanse defensie fors is gegroeid, bleven de defensie-uitgaven in Europa lang stabiel. Dat is zorgelijk, zeker gezien Rusland een reële militaire bedreiging vormt en in de Verenigde Staten mogelijk een president aan de macht komt die de trans-Atlantische defensiesamenwerking waarschijnlijk zal ondermijnen. De EU moet dus een grote inhaalslag maken op het gebied van defensie. Het federale model biedt ook hier mogelijkheden, stelt Arend Jan. Zo zouden lidstaten zich kunnen specialiseren op defensietaken en onderlinge communicatie standaardiseren.
Voor Arend Jan is de noodzaak helder: de EU vereist een meer gezamenlijke slagkracht. Economisch gezien heeft de EU een geïntegreerde gemeenschappelijke kapitaalmarkt nodig; het zal meer industriebeleid en minder mededingingsbeleid moeten voeren. Qua veiligheid moet Europa gezamenlijk investeren en zorgen voor een Europese zuil binnen de NAVO. Deze koerswijzigingen kunnen met het federale model efficiënter tot stand komen, maar dan moet de EU wél hervormen. Op dit moment is er te weinig aandacht voor Europese politiek, omdat het Europees Parlement in de praktijk weinig controle kan uitoefenen over de uitvoerende macht, de Europese Commissie. Als we een Europa willen dat breed gedragen wordt, dan moet de Europese besluitvorming ook democratischer worden.
Voer voor discussie
Volt-Europarlementariër Anna Strolenberg deelt in haar reactie de politieke noodzaak die zich in Arend Jans lezing aftekent. Toch ziet ze ook lichtpuntjes. Zo legt de nieuwe Europese Commissie de komende jaren de focus op competitie en defensie binnen het Europese beleid. Bovendien groeit het tegengeluid dat de oppositie laat horen in het Europees Parlement. Als laatste noemt Anna uitbreiding van de EU als lichtpunt: hoe meer landen toetreden, hoe noodzakelijker het hervormen van de Europese Unie wordt. Het Parlement blijft daarom aandringen op een verdragswijziging die leidt tot deze hervormingen. Anna stelt ook dat wanneer een grote politieke beweging mist, er nog steeds kleine wegen zijn om veranderingen op het gebied van veiligheid en economie te verwezenlijken.
Tot slot was er veel ruimte voor vragen uit het publiek, waar onder moderatie van Gaetana Ferla, defensie veelvuldig aan bod kwam. Als afsluiter werd het publiek gevraagd mee te denken over een goede naam voor de lezing, en met een heuse dromenvanger uitgenodigd zijn of haar ultieme droom voor Europa te delen. Een hoopvol einde van de allereerste Charge-lezing die niet alleen de behoefte aan dialoog liet zien, maar wellicht ook de kiem legde voor daadwerkelijke daden richting een sterker Europa.
Meer
Europese Integratie
Podcast Europa Dichterbij
Europa voorbij haar spiegelbeeld
Haroon Sheikh over Europa op het wereldtoneel
Europese integratie
Achtergrondartikel